De Stadstaten

Dit zijn de Stadstaten, verbonden aan hun goden.

1. Troje

God: Apollon
Kracht: Licht
Troje is een kolonistenstad. Alle mensen stammen af van de oorspronkelijke Grieken van het vasteland. Het is een heuvelachtig land waar talloze rivieren door stromen. De hele westelijke grens bestaat uit strand. In het binnenland vind je hoge bergen die de grens vormen met het ondoordringbare Klein-Azië en Antiochië. Op elke belangrijke heuveltop pronkt een tempel voor Apollon. Het grootste deel van het jaar schijnt de zon. Van december tot maart heersen er stevige regenbuien en overstroming aan de kust en hoe verder je het land intrekt, hoe meer sneeuw er zal vallen.
Trojanen zijn mensen die altijd op zullen komen voor wat hen lief is. Ze laten familie en bezit nooit in de steek.

2. Antiochië

Godin: Hestia
Kracht: Vuur
Antiochië is, net als Troje, opgericht door Griekse kolonisten. Hier, verderop in Klein-Azië, beginnen de bergen na een paar kilometer uit de kust. Het is een vruchtbaar land en overal groeien tuinen met citrusbomen, exotische planten en nog veel meer. Er stroomt één grote rivier door het land, met talloze zijriviertjes. De steden hier worden goed onderhouden en verzorgd. Alles glimt alsof het nieuw is. Zelfs de wilde natuur ziet er keurig uit. Het is hier het hele jaar lekker warm en vochtig, bijna een tropisch klimaat.
Antiochiërs zijn keurige mensen, waarschijnlijk de netste van heel Griekenland.

3. Athene

Godin: Athena
Kracht: Wijsheid
Athene is de enige, democratische stadstaat van Griekenland. Het is een droog land en er valt niet veel regen. Maar als het regent, kunnen de boeren daar maanden van profiteren. Het land is eigenlijk één grote hoogvlakte, alleen aan de kust wat lager gelegen. Daar is de grond het vruchtbaarst en leven de rijkste mensen. De rest van het land is niet groen, maar ziet er bruin uit. Dat stuk wordt gebruikt voor het verbouwen van Wijn.
De Atheners zijn erg goed in het voeren van discussies en weten altijd tot een compromis te komen. Waarschijnlijk zijn ze daarom het enige democratische land in Griekenland.

4. Kreta

God: Poseidon
Kracht: Water
Kreta is het meest zuidelijke eiland van Griekenland. Het is een vrij plat, vruchtbaar land zonder rivieren. Wel vind je er kleine meren. Er zijn duidelijke verschillen tussen zomer en winter. 's Zomers is het warm en nat, 's winters koud en droog. Er zal ook nooit sneeuw vallen, maar wel veel regen. De boeren zijn vooral goed in de veeteelt.
Kretanen zijn goede bouwmeesters. Denk bijvoorbeeld maar aan het Labyrinth van de Minotaurus.

5. Ithaka

God: Hermes
Kracht: Morphe
Ithaka is een eiland tussen Italië en Griekenland. Het is een vruchtbaar rotsplateau dat hoog boven de zee uitsteekt. In het noorden en het westen stort het land in zee met steile klippen, aan de andere kant glooit het land zachtjes omlaag tot op zeeniveau. Het binnenland is geschikt voor de landbouw en veeteelt. Al met al is het een welvarend land.
Ithaken zijn geweldig goed in de scheepvaart. Dat moet ook haast wel. In de Trojaanse oorlog hebben zij de beste schepen van de hele vloot. (En die vloot was groot)

6. Korinthe

God: Hephaistos
Kracht: Spierkracht
Korinthe is een schiereiland. Het is een licht-glooiend, groen land met een grote bevolking. Al die bevolking zit opeengepropt in de steden. De boeren tussen de steden verbouwen veel wijnstokken en citrusbomen. Het regent er het hele jaar door en het is er altijd lekker warm. Sneeuw zal je er nooit vinden.
De Korinthiërs zijn goede dieven en criminelen. Zij weten altijd precies het goede moment te vinden om iemand te beroven.

7. Marathon

Godin: Artemis
Kracht: Natuur
Marathon is een land van steile klippen. Het is van alle anderelanden afgsloten, door die klippen. Aan de kant van de zee storten ze zich naar beneden, aan de andere kant aan de grens met andere landen, doemen die klippen voor je op en rijken een kilometer omhoog. Ze zijn niet te beklimmen en er zijn maar een paar wegen die te berijden zijn. Aan de zeekant is één enkele haven, maar die is niet groot genoeg om handel te kunnen drijven met andere stadstaten. Het is een vlak, groen land waar vele rivieren doorheen stromen.
Marathonen zijn echte overlevers. Al eeuwen leven ze van wat de natuur hen geeft. Landbouw kan er niet gedreven worden, maar zij kennen elke boom uit het bos.

8. Olympia

God: Zeus
Kracht: Bliksem
Olympia is het land waar de Olympus staat, de Berg der Goden. Dit is ook het land waar het geloof in de goden het heiligst is. Het land is helemaal vlak en rondom de Godenberg ligt een kom, waardoor de berg nog hoger lijkt. Het land is erg vruchtbaar en goed te gebruiken voor alle gewassen en vee. De steden liggen erg verspreid en er zijn veel tempels.
Olympianen zijn heel goed in het verleiden van mensen. Sommigen zeggen dat ze op die manier de Olympische Spelen bij hen hebben laten ontstaan.

9. Sparta

God: Ares
Kracht: Metaal
Sparta is een groot, bergachtig stuk land, met een wilde natuur. Er stroom één hoofdrivier, maar er zijn geen zijrivieren. Alles wat je daar aan landbouw vindt, ligt rond de rivier. Daar is het land vruchtbaar en groen. De rest van het land bestaat uit wilde steppes en bijna-woestijnen. Hier leven dieren die je nu alleen nog in Afrika tegenkomt.
Spartanen zijn heel goed in sport. Ze zijn de sterksten van heel Griekenland.

10. Argos

Godin: Demeter
Kracht: Aarde
Argos is een kleine stadstaat. Het is vrij vlak en er is een lange inham, die uitkomt in de zee. Deze inham wordt gevoed door zeven rivieren die door het land stromen. Door deze rivieren is het land erg vruchtbaar en groen. De mensen uit Argos zien het als een geschenk van Demeter, hun godin. De steden zijn keurig aangelegd in een vierkant stratenpatroon. Zelf het land is netjes verdeeld.
De mensen uit Argos zijn, het zal je niet verbazen, geweldig in verdelen. Dit kunnen ze heel netjes. Het klinkt misschien flauw, maar het is heel handig bij bijvoorbeeld een cake.

11. Thrakië

Godin: Aphrodite
Kracht: Liefde
De Thrakiese Hoogvlakte is een eewenoud plateau, dat hoog boven alles uitrijst. Het plateau zelf is vlak en kaal. De mensen leven van de visvangst, uit de ene rivier die door de vlakte snijdt, en van de handel. De steden zien er armodig uit, maar er heerst altijd een gezellige sfeer. De meeste andere Grieken zien de Thrakiërs als een volk van dieven en criminelen, maar een avond daar bewijst het tegendeel.
Thrakiërs zijn namelijk heel goed in feest vieren. Elke avond vind je wel ergens een feest, waar het er vaak wild aan toe zal gaan.

12. Nicea

Godin: Hera
Kracht: Ijs
Nicea is een land naast de Bosporus, de zeeëngte naar de Zwarte Zee. Het is een droog, bergachtig land. Alleen in de kuststrook kan landbouw worden bedreven. In de bergen leven de mensen van geiten en de natuur. Deze mensen zijn erg op zichzelf en worden liever niet gestoord door vreemden.
Niceërs zijn goede boeren. Daar waar ze er iets van kunnen maken, weten ze alles uit de grond te halen. En anders kweken ze zelfs wilde aardbeien.